Skip to main content

Voor sommige kinderen is het al zomervakantie en andere kinderen zijn al druk aan het aftellen. Naast alle extra festiviteiten op school en het maken van vakantieplannen is er nog iets wat bij deze periode hoort. Het rapport, stilstaan bij de groei en prestaties van je kind.

Voor sommige kinderen en ouders geheel zorgeloos en voor anderen iets dat gepaard gaat met spanning. Soms kan het namelijk nog een vraag zijn of je kind wel of niet overgaat naar een andere groep. En ja, wat is dan de beste keuze? Waar doe je goed aan? En hoe zorg je ervoor dat je kind er geen last van heeft?

In de periode voor de zomervakantie heb ik vaak met ouders (en kinderen)  schoolgesprekken waarin we deze vraagstukken bespreken. Er staat altijd één ding centraal: het belang van het kind.

Ieder kind ontwikkeld zich op zijn eigen tijd en eigen tempo

Waar school veelal gericht is op het cognitieve stuk en of kinderen wel mee kunnen komen, vind ik het ook belangrijk te kijken naar andere ontwikkelingen bij het kind:

  • Talenten en eigenschappen van het kind
  • Het mentaal en emotioneel welbevinden
  • Balans tussen hoofd en lijf
  • Grenzen aangeven en zelfreflectie
  • Voldoende plezier en ontspanning.

Als je kind minder goed mee kan in de cognitieve ontwikkeling of juist te goed, dan zijn er ook altijd nog andere ontwikkelgebieden waar je bij een kind naar kan kijken. Deze zijn minstens net zo belangrijk om te benoemen. Als ouder wil je graag weten hoe je kind met andere kinderen omgaat en hoe hij omgaat met de groepsdynamiek in de klas, hoe je op elkaar reageert en wat dit met je doet.

Er zijn kinderen die totaal geen moeite hebben met een minder goed rapport of het blijven zitten. Maar er zijn ook kinderen die daar wel last van hebben en daar spanning door ervaren. Ze kunnen dan het gevoel hebben te falen of “niet goed genoeg te zijn”. Dit doet iets met je zelfvertrouwen.

Door met je kind hierover te praten bouw je weer aan zelfvertrouwen omdat je het samen hebt over groei en ontwikkeling op alle gebieden. Ook als dat niet op het cognitieve stuk is.

Natuurlijk mogen er altijd dingen zijn die nog niet ze goed lukken. Geef je kind en jezelf ruimte om het daar ook over te hebben. Bespreek dat fouten maken mag én belangrijk is. Zo weet je namelijk dat je nog steeds in ontwikkeling bent. Mocht je kind toch uitspraken blijven doen als “Ik kan dat niet” of “ik ben niet goed genoeg”, dan is erkenning de sleutel.

3 🔑 tips die je daarbij helpen:

🔑 Ik zie dat je…… (vul de emotie in die je ziet)

“Ik zie dat je boos wordt omdat het je nog niet lukt.

🔑 Stel 3 gouden vragen:

  • Hoe zou je willen dat het gaat?
  • Wat heb je al geprobeerd?
  • Wat kan ik doen?

🔑 Leer je kind het magische woord ‘nog’.

“Ik kan het niet” wordt dan “ik kan het nog niet.